Na een echtscheiding (of beëindiging geregistreerd partnerschap) wordt met regelmaat vergeten dat de pensioenuitvoerders tijdig bericht moeten worden over de verdeling van de pensioenaanspraken. Dit bericht moet binnen 2 jaar na de echtscheiding door de pensioenuitvoerder zijn ontvangen. Gebeurt dat niet op tijd, dan kan dat voor grote (fiscale) problemen zorgen bij de uitbetaling van het pensioen op het moment dat u of uw ex-partner met pensioen gaat.
Belangrijk is dat bekeken wordt wanneer u officieel gescheiden bent. Dit is van belang omdat de huidige wetgeving (Wet verevening pensioenrechten bij scheiding) slechts van toepassing is bij scheidingen vanaf 30 april 1995. Bent u gescheiden in de periode tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 dan dienen de pensioenaanspraken verrekend te worden op basis van het pensioenarrest (Boon/Van Loon-arrest). Bent u vóór 27 november 1981 gescheiden, dan heeft u geen recht op verdeling/verrekening van de pensioenaanspraken van de ander.
Tussen de huidige wetgeving en een verrekening op basis van het Boon/Van Loon-arrest zit een aantal belangrijke verschillen, waaronder:
– Periode:
Bij het Boon/Van Loon-arrest kan aanspraak worden gemaakt op de pensioenaanspraken welke zijn opgebouwd voor en tijdens het huwelijk. Bij de huidige wetgeving gaat het alleen om de pensioenaanspraken welke tijdens het huwelijk zijn opgebouwd;
– Vorm:
Bij het Boon/Van Loon-arrest kan alleen aanspraak worden gemaakt op de pensioenaanspraken van de ander als er sprake is van een gemeenschap van goederen. Bij de huidige wetgeving kan hiervan ook sprake zijn als er huwelijkse voorwaarden zijn opgemaakt.
Het is en blijft belangrijk om de afspraken rondom het pensioen goed vast te leggen en tijdig melding hiervan te maken bij de pensioenuitvoerder. Mocht dat toch niet tijdig gebeuren dan kunt u samen met uw ex-partner aan de pensioenuitvoerder vragen om alsnog over te gaan tot de pensioenverevening op basis van de huidige wetgeving. Mochten zij hieraan gehoor geven, dan is het probleem vaak opgelost. De pensioenuitvoerder is niet verplicht hieraan mee te werken. Mocht het tot een afwijzing van het verzoek komen, dan bent u zelf verantwoordelijk voor het overmaken van de pensioenbedragen aan de ander.
Mocht één van u beiden na de verstreken termijn van 2 jaar niet meer willen meewerken of wil de pensioenuitvoerder niet meewerken, dan kan de pensioenuitvoerder gevraagd worden om een berekening te maken van ieders pensioenaanspraken (op basis van de huidige wetgeving of op basis van het Boon/Van Loon-arrest). Dan weet u in ieder geval wat ieders aanspraak is en wat er over en weer betaald moet worden. Dit heeft wel fiscale gevolgen waarmee u rekening dient te houden bij uw aangifte inkomstenbelasting.
Mocht u tegen problemen aanlopen, dan kunt u uiteraard met ons contact opnemen.
L.A.P. van Haperen, 23 januari 2025
